Gevaren op safari
Veel mensen vragen zich af of een Safari ook gevaren met zich meebrengt. Wij kunnen bevestigen dat er inderdaad gevaren op de loer liggen. Maar met de juiste voorzorgsmaatregelen kunnen de gevaren tot een minimum beperkt worden.
Warme kleding
Iedereen die op Safari gaat dient zich te realiseren dat het ook koud kan zijn.
Neem daarom ook altijd wat warme kleding mee. Een vest, sweater of warme trui, maar ook een sjaal of omslagdoek, trainingsbroek, spijkerbroek of afritsbroeken is geen overbodige luxe.
De reden hiervoor is tweeledig.
De eerste reden is omdat je ook (vaak) al vroeg begint met een Safari of GameDrive. De zon is misschien nog niet eens op als je vroeg vertrekt en dan kan het nog best wel fris zijn. Je wilt graag ook eens vroeg op Safari omdat veel dieren dan juist veel actiever zijn dan overdag, als het (erg) warm is en zei zich dan vaak verschuilen. Daarnaast rijdt je vaak door open en grote vlaktes waar de wind vrij spel heeft en het dus ook best wel fris of zelfs koud kan zijn.
De tweede reden is dat, als je een wat langere Safari boekt, je op verschillende hoogtes komt. Er zijn gebieden die meer dan 2Km hoog liggen. Lake Naivasha bijvoorbeeld ligt op 1.884 mtr hoogte en Lake Nakuru ligt op 1.754 mtr hoogte. Maar er zijn ook gebieden die nog hoger liggen. Op deze hoogtes heb je, zeker vroeg op de dag of later in de middag, echt wel wat warme kleding nodig.
Verbranden
Weet dat je in Kenia heel snel een bruine maar helaas ook rode huid kan krijgen. Je bent pal onder de zon op de evenaar. Smeer je daarom goed in en herhaal dit op meerdere momenten van de dag.
Hobbel de bobbel
Tijdens jouw Safari dien je jezelf voor te bereiden op hobbelige wegen. Zo goed als álle wegen zijn onverhard en kunnen van tijd tot tijd dan ook hobbelig en oneffen zijn.
Je legt lange afstanden af over soms erg slechte wegen met gaten en scheuren, er wordt soms dus flink gehobbeld. Voor personen die last hebben van wagenziekte is het daarom aan te raden hiervoor medicatie mee te nemen (reistabletjes).
Maar realiseer jezelf dat het uiteindelijk allemaal echt wel de moeite waard is. Zodra je de eerste wilde dieren hebt gezien weet je dat dit het allemaal wéér dan waard is 😉
Niet uitstappen
Op elke Safari breng je 99% van de tijd, tijdens de “GameDrive,” door in een voertuig.
Alleen op enkele daarvoor aangewezen locaties mag je, onder begeleiding, het voertuig verlaten. Of als je een sanitaire stop moet maken (of je territorium markeren, zoals ze dat aldaar noemen) mag je het voertuig tijdelijk verlaten op een door de gids veilig aangemerkte locatie.
Anders dan op die momenten dien je te alle tijden alles “binnenboord” te houden.
Dus houd armen, benen, maar ook al je andere attributen altijd binnenboord. Dus ook je cameralens, zonnekap enz. houd je altijd “binnen” het voertuig.
Sluit de tent of de kamer goed af
Het klinkt natuurlijk heel gezellig en schattig dat er misschien aapjes op je kamer of in je tent komen? Maar niets is minder waar en ook niet alle apen zijn van die kleine schattige speelse kameraadjes. De enige reden dat apen binnen willen komen is omdat ze op zoek zijn naar eten, iets wat bij de mensen eigenlijk altijd wel aanwezig is.
Maar een aap schenkt geen aandacht aan orde en netheid en kan er dan ook een aanzienlijke puinhoop van maken en zal die ook zo achterlaten, vernielingen zijn ook niet uitgesloten.
Ook in een “Tented-Camp” dien je jezelf te realiseren dat het kán gebeuren dat er een olifant aan het oog van de bewaker ontsnapt en plotseling voor jouw tent staat. Doe daarom de rits of je kamerdeur áltijd helemaal dicht als je gaat slapen en sluit ook ramen volledig af zodat je niet midden in de nacht verrast wordt door een olifantenslurf….of erger…….
Insecten, insecten en nog eens insecten
Je gaat op Safari, juist om zo veel mogelijk dieren te kunnen spotten.
Maar ja, waar dieren zijn, zijn nu eenmaal ook insecten!
Je kent dat zelf waarschijnlijk ook wel van bijvoorbeeld de dierentuin of de (kinder-) boerderij? Er zijn altijd insecten zoals vliegen en muggen.
Op Safari is dat, zeker tijdens de grote migratie waar miljoenen dieren samenkomen, natuurlijk op veel grotere schaal het geval.
Het is dan niet zo dat je de hele dag achter de vliegen en/of muggen aanzit, maar bereid je wel voor op insecten. Een vervelende vlieg die met name tijdens het droge seizoen voorkomt is de Tsetse vlieg. Deze vlieg kan best hard bijten.
Daarom is insectenspray tijdens de Safari geen overbodige luxe.
Vleermuizen
Deze gevleugelde dieren komen in allerlei soorten en maten voor en bevinden zich ook in de tentenkampen en andere onderkomen. Met name in en rond de diner ruimte vindt je de meeste vleermuizen.
Gelukkig zijn het geen vampiers (want die bestaan echt niet) en zullen ze jouw dan ook niet lastig vallen. Er zijn wel bloed drinkende vleermuizen, maar die leven in centraal- en midden Amerika. Je dient er toch alert op te zijn omdat Afrikaanse vleermuizen hondsdolheid kunnen overbrengen. Zorg er dan ook voor dat je ze niet aanraakt of dat ze jouw kunnen aanraken!
Nijlpaarden
Je wist het misschien niet of zou het niet verwachten, maar nijlpaarden zijn de meest gevaarlijke dieren in Afrika.
Een boze nijlpaard kan bijzonder hard rennen. Het nijlpaard heeft ook het grootste en gevaarlijkste gebit van alle diersoorten die je hier tegen kan komen en kan jou echt bijzonder grote verwondingen aanrichten.
De kans dat een nijlpaard jou voor een krop sla aanziet is natuurlijk bijzonder klein, maar daag ze niet uit. Kom vooral niet tussen een nijlpaard en het water en zéker niet als het donker is.
Olifanten
Iedereen weet dat een olifant groot en log dier is en dat geen enkel mens is opgewassen tegen deze reus, zéker niet als het een kudde olifanten betreft.
Normaal gesproken zijn olifanten erg gemoedelijke dieren, maar je moet wel oppassen voor de eenzame stieren die zich vaak van de kudde afzonderen. Een eenzame stier kan vól met hormonen zitten (musth).
Ook een kudde met baby olifantjes kan onverwachte bewegingen maken.
Meestal houden de logge dieren het bij een “schijnaanval” maar je moet echt oppassen als de kop naar beneden gaat en de sprint wordt ingezet….dan is het écht serieus!
De olifant kan zó kwaad worden dat hij dwars door bomen en struiken dramt, de auto zal dan ook geen veilig onderkomen meer zijn.
Weet ook dat olifanten áltijd voorrang hebben en niet alleen als ze van rechts komen.
